Met ingang van het nieuwe seizoen zijn er een paar belangrijke spelregelwijzigingen. Hier nog even de belangrijkste punten.
Spelregelwijzigingen B t/m D :
- Alle wedstrijden worden gespeeld op de nieuwe veldafmeting 40 x 20. Tenzij de vereniging beschikt over kunstgras met vaste potten dan mag op de oude afmeting gespeeld blijven worden. Voor VEO geldt dit alleen voor de senioren en de junioren. Vanaf de B t/m de D wordt dus gespeeld op de veldafmeting 40 x 20. Voor de rest zijn voor deze categorie de spelregels niet gewijzigd. Dit geldt echter wel voor de E en de F.
Spelregelwijzigingen E :
De twee belangrijkste :
- De veldafmeting is 24 x 12 en er is geen middellijn (meer).
- Een speler, die de bal in bezit heeft, dient de bal binnen 10 seconden na het in bezit krijgen van de bal te werpen naar een andere speler. De scheidsrechter heeft tot taak om het werpen van de bal zo goed mogelijk te begeleiden. Na ongeveer 5 seconden geeft de scheidsrechter in woord en zo mogelijk gebaar aan dat de speler haast dient te maken met het werpen van de bal. Wordt de periode van 10 seconden overschreden, dan volgt een spelhervatting voor de andere ploeg op de plaats van de tegenstander, die de bal in bezit had.
- De duur van de wedstrijd bedraagt: 4 x 10 minuten; na 10 en 30 minuten is er een korte onderbreking; deze onderbreking kan worden gebruikt voor het wisselen van spelers en het geven van korte instructies. De rust bedraagt 5 minuten.
- Er mogen onbeperkt spelerswisselingen plaatsvinden. Een gewisselde speler mag opnieuw aan het spel deelnemen.
- Na afloop van de wedstrijd vindt een strafworpenwedstrijd plaats; het aantal strafworpen bedraagt 12
Spelregelwijzigingen F :
De vier belangrijkste :
- Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen jongens en meisjes. Een dame mag dus ook een heer hinderen en omgekeerd.
- Verdedigd schieten wordt niet meer voor gefloten en is dus toegestaan.
- Een speler, die de bal in bezit heeft, dient de bal binnen 10 seconden na het in bezit krijgen van de bal te werpen naar een andere speler. De scheidsrechter heeft tot taak om het werpen van de bal zo goed mogelijk te begeleiden. Na ongeveer 5 seconden geeft de scheidsrechter in woord en zo mogelijk gebaar aan dat de speler haast dient te maken met het werpen van de bal. Wordt de periode van 10 seconden overschreden, dan volgt een spelhervatting voor de andere ploeg op de plaats van de tegenstander, die de bal in bezit had.
- Een ploeg heeft de mogelijkheid bij een voor haar negatief verschil van ten minste 3 doelpunten als extra vijfde speler een zogenaamde superspeelster of superspeler in het veld te brengen. Dit kan alleen tijdens een onderbreking van het spel. Deze superspeelster of superspeler mag aan de wedstrijd deelnemen zolang het voor de ploeg negatieve verschil van 2 doelpunten niet is bereikt. Zodra dit verschil wel is bereikt dient de superspeelster of superspeler het speelveld te verlaten vóórdat het spel wordt hervat.
- De duur van de wedstrijd bedraagt: 4 x 10 minuten; na 10 en 30 minuten is er een korte onderbreking; deze onderbreking kan worden gebruikt voor het wisselen van spelers en het even van korte instructies. De rust bedraagt 5 minuten.
- Er mogen onbeperkt spelerswisselingen plaatsvinden. Een gewisselde speler mag opnieuw aan het spel deelnemen.
- Na afloop van de wedstrijd vindt een strafworpenwedstrijd plaats; het aantal strafworpen bedraagt 12